Zorgverlening
Het doel van zorgverlening aan forensische cliënten is het voorkomen van recidive. Daarnaast kent de zorgverlening meerdere subdoelen. Belangrijk is dat een cliënt inzicht krijgt in zijn problematiek en wat de gevolgen daarvan zijn voor anderen. Tijdens een behandeling/begeleiding leert de cliënt te handelen op basis van nieuw aangeleerde vaardigheden. Aan het eind van de behandeling/begeleiding is de cliënt in staat het aangeleerde te generaliseren naar nieuwe situaties. Ook is het van belang dat een cliënt leert zijn leven zelfstandig te organiseren, steeds meer wordt ondersteund door een eigen sociaal netwerk en niet meer terugvalt in risicovol gedrag. Daar hoort ook bij dat een cliënt verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar gedrag.
Vroegtijdig beëindiging van de plaatsing
Bij klinische behandeling of verblijfszorg in een forensisch kader kan het zijn dat de justitiabele niet (meer) meewerkt aan de behandeling/ verblijfszorg. Hierbij valt te denken aan het niet volgen van therapieën/ dagbesteding, onttrekken van verlof, niet houden aan huisregels, niet houden aan bijzondere voorwaarden of dat de justitiabele de kliniek of instelling zelf wil verlaten. Ook kan er sprake zijn van een (verdenking) van een delict. Wanneer dit aan de orde is, dan dient de zorgaanbieder ⁴⁰ altijd en tijdig (voorafgaand aan de daadwerkelijke beëindiging verblijf) contact met de reclassering op te nemen. De reclassering is de verwijzer en houdt tevens toezicht op de bijzondere voorwaarden. De zorgaanbieder en de reclassering besluiten pas na overleg of de klinische behandeling of verblijfszorg beëindigd dient te worden. Of reclassering, zorgaanbieder en/of OM komen tot de conclusie dat een herindicatie aangevraagd dient te worden voor (over)plaatsing naar een andere zorgaanbieder. De reclassering beoordeelt of er sprake is van een overtreding van de voorwaarden. Een overtreding moet de reclassering melden aan de opdrachtgever: het OM of de directeur van de P.I. De reclassering kan ook een wijziging van de voorwaarden aanvragen bij de OvJ als de proeftijd nog niet is verlopen. De reclassering bepaalt in deze situaties of contact opgenomen moet worden met het OM en onderhoudt contact hierover met het OM. Of reclassering, zorgaanbieder en opdrachtgever komen tot de conclusie dat een herindicatie aangevraagd dient te worden voor (over)plaatsing naar een andere zorgaanbieder.
Continuïteit van zorg
Tijdens de forensische zorgtitel
De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de vervolgplaatsing tijdens het strafrechtelijke kader en daarmee voor de doorstroom van de justitiabele naar een vervolgvoorziening. Bij voorwaardelijke trajecten stemt de zorgaanbieder met de toezichthouder van de reclassering af over het te volgen zorgtraject. Hierbij wordt er rekening gehouden dat de zorg nog steeds moet passen bij de voorwaarden die zijn opgelegd door de rechter of het Openbaar Ministerie (OM) en dat er eventueel een herindicatie wordt aangevraagd.
Bij justitiabelen uit detentie geldt het juridisch kader vanuit de Penitentiaire Beginselenwet. Dit betekent dat bij plaatsing naar een vervolgvoorziening afstemming plaatsvindt met de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) waar de justitiabele vandaan komt.
Na de forensische zorgtitel
De forensische zorg eindigt als de strafrechtelijke titel is geëindigd. Als de zorgaanbieder en/of de justitiabele na afloop van het strafrechtelijke kader vinden dat voortzetting van de zorg nodig is, moet de zorgaanbieder op tijd de vervolg financiering organiseren:
- gaat het om zorg die door de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt bekostigd, dan moet dat zes weken voor afloop van de titel gebeuren (bij het Centrum indicatiestelling zorg);
- gaat het om zorg die de zorgverzekering bekostigt, dan moet een verwijzing door een wettelijk verwijzer worden gedaan;
- gaat het om zorg die wordt bekostigd door de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), dan moet tijdig contact worden gezocht met de gemeente;
- indien een gedwongen opname nodig is, is hiervoor een machtiging op basis van de wet nodig.
Een uitzondering op het beginsel dat forensische zorg eindigt als de forensische zorgtitel eindigt, doet zich voor bij onvoorziene, directe beëindiging van de forensische zorgtitel. Was niet te voorzien dat de titel zou eindigen, dan wordt de forensische zorg nog twee weken voortgezet (en vergoed door het Ministerie van Justitie en Veiligheid). Dat maakt een zogenaamde ´warme overdracht´ van de justitiabele naar een regulier zorgtraject mogelijk. Heeft de justitiabele een status als ‘ongewenste vreemdeling’, dan eindigt de bekostiging met de beëindiging van de strafrechtelijke titel. Als de zorg gecontinueerd zou moeten worden, dan kan onder voorwaarden gebruik worden gemaakt van een bijzondere regeling van het Zorginstituut Nederland.