Financiering forensische zorg

Financiële informatiebijeenkomst

Regelingen

Verantwoordingsdocumenten

Horizontaal Toezicht

Doelmatigheidsinstrument

Toelichting en bijzonderheden bekostiging

Het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) bekostigt de forensische zorg, verslavingszorg en zorg voor verstandelijk gehandicapten die deel uitmaakt van een (voorwaardelijke) straf of maatregel of de tenuitvoerlegging daarvan, dan wel een andere strafrechtelijke titel.

Voor de overige zorg die wordt geleverd aan deze doelgroep zijn er de volgende bijzonderheden:

Zorgverzekeringswet en het opschorten van de zorgverzekering

Het Ministerie van JenV is ook verantwoordelijk voor de bekostiging van alle somatische zorg voor gedetineerden en tbs-gestelden. Dit gebeurt volgens het Vademecum Medisch Verstrekkingen pakket. Het Vademecum Medisch Verstrekkingenpakket is hier leidend. Deze justitiabelen kunnen geen aanspraak maken op de Zorgverzekeringswet (Zvw), omdat de zorgverzekering voor hen is opgeschort. Dit geldt niet voor tbs-gestelden tijdens proefverlof en voorwaardelijke beëindiging, zij hebben wel aanspraak op de Zvw.

De wijze waarop deze zorg kan worden gefactureerd is beschreven in het declaratieprotocollen: één voor de rijksinrichtingen en één voor de particuliere instellingen. Voor het declareren van de mondzorg zijn hieronder de declaratiebestanden (met en zonder eigen assistente) voor het jaar 2021 te downloaden.

Wet langdurige zorg

1. Forensische zorg patiënten waarvoor de verzekering niet is opgeschort  kunnen naast forensische zorg ook aanspraak maken op de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Het gaat daarbij om zorg als gevolg van somatische problematiek, een lichamelijke of zintuiglijke handicap, bijvoorbeeld persoonlijke verzorging of verpleging. Deze zorg staat los van de forensische zorg. Het (CIZ) voert de indicatiestelling voor de Wlz uit.
2. In het geval een forensische patiënt voordat er een strafrechtelijke titel is opgelegd, Wlz-zorg, verblijfszorg vanuit de gemeente (Wmo) of klinische zorg uit de Zvw ontving (uitgezonderd tbs-gestelden en gedetineerden), dan blijft deze zorg bekostigd door de Wlz (een herindicatie tijdens het strafrechtelijk traject voor deze Wlz-zorg wordt aangevraagd bij het CIZ, www.ciz.nl), Wmo of Zvw. Noodzaakt de strafrechtelijke titel tot aanvullende zorg, dan is dit forensische zorg en wordt dit geïndiceerd door de 3 reclasseringsorganisaties (3RO) of door Indicatiestelling Forensische Zorg van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, werkeenheid Indicatiestelling Forensische Zorg (NIFP/IFZ). Is er voorafgaand aan de strafrechtelijke titel sprake van ambulante zorg op basis van de Zvw, dan wordt alle zorg waar de strafrechtelijke titel toe noodzaakt, vergoed als forensische zorg. Dit gaat zowel om bestaande zorg, als het meerdere waartoe de titel noodzaakt, voor de duur van de titel.

Wet maatschappelijke ondersteuning

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een deel van de voorheen AWBZ zorg, waaronder verblijfszorg, begeleiding en dagbesteding. Deze verantwoordelijkheid is geregeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Als een justitiabele voordat er een strafrechtelijke titel is opgelegd zorg vanuit de gemeente ontving, en de zorg in opgenomen in het vonnis, dan wordt de zorg bekostigd door de gemeente.

 

 

1) In de Wlz betekent dit zorg op basis van een indicatiebesluit van het CIZ voor verblijfszorg.
2) In de Wmo betekent dit verblijfszorg, begeleiding en dagbesteding vanuit de gemeente.
3) Dit betekent in de Zvw opname in een psychiatrische instelling met behandeling gedurende de eerste 365 dagen.
4) Dit betekent in de Zvw ambulante GGz behandeling.