Rechtzitting en veroordeling
Na het gerechtelijk vooronderzoek volgt een rechtszitting. Tijdens de rechtszitting onderzoekt een rechter of de verdachte een strafbaar feit heeft begaan en of er voldoende bewijs is. De rechter beschikt over een dossier met alle gegevens, verslagen van de politie en eventuele getuigen, reclassering, psychiaters en deskundigen.
Een verdachte kan zich tijdens het proces laten bijstaan door een advocaat. De advocaat behartigt de belangen van een verdachte en kan voor hem procederen tijdens de rechtszitting.
Eerst vertelt de officier van justitie waar hij de verdachte van beschuldigt. Daarna stellen de officier van justitie, de advocaat en de rechter vragen aan de verdachte en eventuele getuigen en deskundigen. De advocaat houdt vervolgens zijn pleidooi. Aan het eind mag de verdachte nog iets zeggen. Als de rechter beslist dat het om een strafbaar feit gaat, kijkt hij of er bijzondere omstandigheden zijn die invloed kunnen hebben op de hoogte van de straf of de soort straf.
De rechter doet uitspraak als hij alle partijen heeft gehoord en op basis van de gegevens in het dossier. Als een Pro Justitia rapportage en/of reclasseringsadvies is opgesteld, zit deze in het dossier. Als de rechter bewezen acht dat de verdachte het strafbare feit heeft gepleegd, volgt een veroordeling. In het vonnis kan de rechter de verdachte een forensische zorgmaatregel opleggen.
Zorglocatie niet in het vonnis
Volgens de wet voorwaardelijke sancties hoeft een rechter geen specifieke zorglocatie in zijn uitspraak te zetten. Dit geldt niet voor de tbs met voorwaarden. Daar geeft de rechter wel een specifieke zorglocatie aan. Dit doet hij omdat betrokkene hiermee moet instemmen. De rechter zal bij een klinische opname de aard en de duur van de opname bepalen (zie ook het huidige art. 14c lid 2 Sr. en jurisprudentie HR ). Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, werkeenheid Indicatiestelling Forensische Zorg, onderdeel van DJI (NIFP/IFZ) of de reclassering is er voor verantwoordelijk dat aansluitend aan de uitspraak de best passende zorg, of overbruggingszorg, is geregeld, dit volgens de termijnen van het plaatsingsbeleid. Zij zorgen dat het soort zorg is geregeld, ook als de zorgbehoefte wijzigt. De reclassering en het NIFP/IFZ kunnen daarbij rekenen op de contractrelatie van de Divisie Forensische Zorg en Justitiële Jeugdinrichtingen (onderdeel van DJI) met de zorgaanbieders en als ultimum remedium de opnameplicht in het wetsvoorstel forensische zorg.
Plaatsing volgt het vonnis
De uitspraak van de rechter of het Openbaar Ministerie (OM) is leidend. De strekking/inhoud van de titel bepaalt welke zorg moet worden verleend. Als dit betekent dat er een ander soort zorg is opgelegd dan geadviseerd, dan moet er geplaatst worden in lijn met de uitspraak. Dit betekent dat er een nieuwe indicatie wordt opgesteld, die past bij de soort zorg die de rechter of het OM heeft opgelegd. Afhankelijk van de opgelegde soort zorg, stelt de reclassering (ambulant of beschermd wonen) of het NIFP/IFZ (klinisch) een nieuwe indicatie.
Wijziging zorgvoorwaarden
Als de reclassering vindt dat de zorgvoorwaarden tijdens de uitvoering van de forensische zorg, moeten worden gewijzigd van ambulante zorg of beschermd wonen naar klinische zorg, meldt zij dit bij de Officier van Justitie (OvJ). De OvJ besluit dit al dan niet te vorderen (art. 14c lid 2 Sr.) via de geëigende strafvorderlijke weg. De rechter neemt hierover het besluit. Een justitiabele kan ook zelf verzoeken om een aanpassing van de voorwaarden.
Forensische zorg tijdens hoger beroep
De wet voorwaardelijke sancties biedt de mogelijkheid dat de zorg en/of het toezicht direct start, ongeacht of een partij in hoger beroep gaat tegen het vonnis (uitvoerbaar bij voorraad). In dit geval kan, in afwachting van een hoger beroep, forensische zorg worden verleend. De reclassering adviseert hierover en de rechter besluit dit al dan niet op te leggen.