Zonder strafrechtelijke titel

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) bekostigt de zorg als er sprake is van een strafrechtelijke titel. Hier zijn twee uitzonderingen op. Op basis van de voorgenomen indicatiestelling kan de reclassering ambulante zorg inzetten wanneer (nog) geen sprake is van een strafrechtelijke titel. Verder kan de reclassering, wanneer er al dan niet sprake is van een strafrechtelijke titel verdiepingsdiagnostiek inzetten.

Voorgenomen indicatiestelling

De voorgenomen indicatiestelling kan benut worden om een justitiabele ambulante zorg te bieden, voordat sprake is van een strafrechtelijke titel. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  1. De voorgenomen indicatiestelling kan uitsluitend door de reclassering worden ingezet;
  2. Het betreft ambulante zorg of beschermd wonen;
  3. Het betreft een gecontracteerde zorgaanbieder.

Het gaat om situaties waarin ambulante zorg of beschermd wonen nodig is om te voorkomen dat de (thuis)situatie escaleert in de periode tussen aanhouding en uitspraak Openbaar Ministerie (OM) of rechter.

Er kan sprake zijn van één van de volgende situaties:

  1. Als acute zorg nodig is, bijvoorbeeld:
    • bij ernstige psychische problematiek of een crisissituatie;
    • bij minder begaafde justitiabelen die ‘uit het milieu’ gehaald moeten worden;
    • als ingrijpen nodig is voor de veiligheid van de omgeving; als de situatie noodzaakt tot direct ingrijpen. Deze noodzaak wordt bepaald op basis van het professionele oordeel van de reclasseringswerker, na overleg met de werkbegeleider of unitmanager.
  2. Als er sprake is van problematiek waarbij ketenafspraken zijn gemaakt, bijvoorbeeld:
    • (huiselijk) geweld;
    • lichte zedendelinquenten.
  3. Als het een justitiabele betreft die moeilijk te motiveren is voor behandeling of begeleiding en die onder druk van de strafzaak wel bereid is om mee te werken. Het is van belang om op de zitting te weten of de betrokkene echt mee werkt, om te voorkomen dat er onuitvoerbare voorwaarden worden opgelegd.

Het gaat vaak om lichte delicten of eerste overtredingen (first offenders). Voor een dergelijk delict zal doorgaans geen voorlopige hechtenis worden gevorderd of toegewezen.

Procedure

Naar aanleiding van een opdracht tot adviesrapportage of vroeghulpcontact stelt de reclassering een indicatiestelling op in het Informatiesysteem Forensische Zorg (Ifzo). Deze wordt gematcht met het zorgaanbod, wat leidt tot een plaatsingsbrief op basis van de forensische zorgtitel ‘voorgenomen indicatiestelling’. De reclassering levert een advies voor de zitting. In het geval dat de rechter zorg oplegt volgens het advies, dan verstuurt de reclassering een nieuwe plaatsingsbrief naar de zorgaanbieder.

Als de rechter geen zorg oplegt, dan stelt de reclassering de zorgaanbieder direct op de hoogte. De zorgaanbieder krijgt de zorg wel bekostigd tot die tijd. De precieze regels en procedures staan in de Diagnose Beveiliging Behandeling Component (DBBC) Spelregels. Als de inschatting is dat de zorg nog steeds nodig is, dan vraagt de zorgaanbieder een verwijzing bij een wettelijke verwijzer of een indicatie aan bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).

Verdiepingsdiagnostiek

Verdiepingsdiagnostiek heeft als belangrijkste doel om reclasseringswerkers die een adviesrapport schrijven te ondersteunen in hun advisering aan de rechtbank. De reclasseringswerker kan een forensische polikliniek die de Divisie Forensische Zorg en Justitiële Jeugdinrichtingen (onderdeel van DJI) gecontracteerd heeft, verzoeken om diagnostisch onderzoek te verrichten als hij/zij aanwijzingen ziet van psychiatrische problematiek, verstandelijke handicap, persoonlijkheidsproblematiek of verslavingsproblematiek.

Het onderzoek moet binnen twee of vier weken gereed zijn. Na afronding van het onderzoek vindt eerst een terugkoppeling plaats aan de justitiabele en in tweede instantie aan de reclasseringswerker, die ook de rapportage ontvangt. Eventueel uitstel vindt in overleg met de reclasseringswerker plaats. Met de uitkomst van deze diagnostiek kan de reclasseringswerker gerichter een plan van aanpak opstellen en biedt de diagnose de mogelijkheid om sneller aan de eisen van een indicatiestelling te voldoen en gerichter richting passende behandeling te indiceren.

Verdiepingsdiagnostiek kan worden aangevraagd in het kader van een schorsing preventieve hechtenis, een voorwaardelijke veroordeling (toezicht reclassering), detentie (reïntegratie ), en Voorwaardelijke invrijheidsstelling (VI).

Het is niet mogelijk om verdiepingsdiagnostiek aan te vragen als er al een Pro-Justitia-rapportage is aangevraagd, als er recente valide diagnostiek beschikbaar is of als de justitiabele medewerking weigert.